Bolero, het online beleggingsplatform van KBC Securities, wil u graag begeleiden bij uw eerste stappen op de beurs. Daarom publiceren we in de komende maanden een reeks ‘papers’ met te vermijden valkuilen en nuttige tips. Ontdek hieronder de tweede in de reeks over de 5 financiële ratio's die u best als belegger kent. Hoe weet u in welk bedrijf u moet beleggen? Hoe kunt u de prestatie en vooral de waardering van een aandeel evalueren? Ontdek 5 ratio’s die u uw beleggersleven makkelijker kunnen maken.

1. Koers-boekwaarde (Price/Book)

1. Koers-boekwaarde

Waarom ? 
Met deze ratio kunt u makkelijk inzicht krijgen of een aandeel onder- of overgewaardeerd is. De ratio is vooral nuttig om de waardering van bedrijven uit dezelfde sector te vergelijken. 

Hoe berekenen ? 
Bij de koers-boekwaarde, wordt de actuele koers gedeeld door de boekwaarde. De boekwaarde bekomt u door het eigen vermogen te delen door het aantal uitstaande aandelen (preferente aandelen buiten beschouwing gelaten). 

Hoe interpreteren ? 
Als de boekwaarde groter is dan de huidige koers (ratio <1), dan kan dat betekenen dat het aandeel momenteel goedkoop gewaardeerd is. Daarentegen als de boekwaarde lager is dan de huidige koers (ratio > 1), kan dat duiden op een duur geprijsd aandeel. Groeiaandelen mogen doorgaans aan een hogere koers-boekwaarde noteren, alsook bedrijven met conjunctuurongevoelige activiteiten. Valt de ratio laag uit, ga dan altijd na wat die mogelijke lage waardering kan verklaren. 

Deze ratio is heel sectorgevoelig. Voor banken en vastgoedbedrijven is de boekwaarde bijvoorbeeld een goede referentie voor de waarde van de onderneming als een geheel, terwijl dat bij holdings en softwarebedrijven veel minder het geval is: de boekwaarde van de activa verschilt bij die laatste vaak erg van de verkoopwaarde.


2. Koers-winst (Price/Earnings)

2. Koers/Winst
Waarom? 
Deze ratio is handig om de waardering van bedrijven uit dezelfde sector te vergelijken en dat vooral voor industriële bedrijven. Het is vooral een goede eerste graadmeter. 
 
Hoe berekenen? 
De verwachte koers-winstverhouding wordt berekend door de huidige koers van het aandeel te delen door de verwachte nettowinst per aandeel van het huidige fiscale jaar.  
 
Hoe interpreteren?
Een hoge Koers/winst-ratio geeft aan dat beleggers bereid zijn om heel wat toekomstige winst vooraf te betalen. Over het algemeen geldt dat u bij dergelijke hoge ratio’s extra voorzichtig moet zijn en dat een laag cijfer wijst op een goedkopere waardering. Maar wat is hoog en wat is laag? Een vuistregel stelt dat u de gemiddelde koers/winstmoet gebruiken om goedkoop van duur te onderscheiden. 
 
Deze ratio is een goede eerste graadmeter, maar wordt best in combinatie met andere ratio’s gebruikt. Zo wordt er geen rekening gehouden met de groeiperspectieven (beleggers zijn doorgaans bereid hogere koersen te betalen voor steviger groei) en bepaalde financiële elementen (de nettowinst van een bedrijf kan opgesmukt worden met eenmalige elementen)
 
Wist u trouwens dat de koers-winstverhouding van Amerikaanse aandelen consistent hoger ligt dan bij Europese aandelen en dat door een structureel hogere winstgevendheid én een hogere verwachte winstgroei.

3. EV/EBITDA

3. EV/EBITDA
Waarom ?
Deze ratio neemt de schuldpositie van een bedrijf mee in scope en is daarom een prima aanvullende waarderingsmeter om bedrijven uit dezelfde sector te vergelijken. 
 
Hoe berekenen ? 
De ratio wordt berekend door de enterprise value te delen door de EBITDA. 
  • Enterprise value = ondernemingswaarde. Dit cijfer geeft een meer realistisch beeld van de bedrijfswaarde omdat het de financiële schulden en de nettokaspositie bij de marktkapitalisatie optelt. Omdat beide cijfers gemakkelijk terug te vinden zijn op de balans of in persberichten is de EV relatief eenvoudig te berekenen.
  • EBITDA = bedrijfskasstroom. Het is de afkorting van Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization of het bedrijfsresultaat zonder rekening te houden met interesten, belastingen, afschrijvingen en waardeverminderingen. De bedrijfskasstroom kan ook berekend worden door de kosten voor personeel, grondstoffen en dienstverlening van de omzet af te trekken. Het is daarom een goede benadering van de operationele cash flow en legt de basis voor een meer diepgaande aandelenanalyse. 
Hoe interpreteren ?
Een lagere EV/EBITDA-ratio wijst op een goedkopere waardering. Een aandeelhouder zal voor elke geïnvesteerde euro namelijk een hoger rendement krijgen dan bij bedrijven met een hoge ratio. De ratio is dus een spiegel van de operationele gezondheid van een onderneming. 
 
Het voordeel van de EV/EBITDA ratio is dat ze wel rekening houdt met verschillen in de kapitaalstructuur en dat ze niet beïnvloed wordt door verschillen in belastingvoet. Kapitaalintensieve bedrijven zullen bevoordeeld worden omdat de afschrijvingen niet meegeteld worden, terwijl verschillen in de belastingvoet vaak verklaren waarom sectorgenoten aan een afwijkende EV/EBITDA noteren. 
 
Een nadeel is dan weer dat deze ratio geen rekening houdt met de toekomstige groei van het operationele resultaat. Beleggers zijn namelijk maar wat graag bereid om bedrijven waarvan de bedrijfswinst sneller groeit een hogere ratio toe te kennen dan trage groeiers.

4. ROE (Return on Equity of Rendement op Eigen Vermogen)

4. Return on equity
Waarom?
Het Rendement op het Eigen Vermogen is een maatstaf om na te gaan hoe efficiënt een bedrijf de beschikbare middelen inzet. De ratio wordt het best gebruikt om mature bedrijven uit dezelfde sector te vergelijken en is dus minder geschikt voor bijvoorbeeld technologie- en biotechbedrijven die in hun beginjaren vaak verlies maken.  
 
Hoe berekenen? 
De cijfers voor deze ratio zijn makkelijk terug te vinden in elke financiële publicatie van het bedrijf. 
De ratio wordt berekend door de nettowinst (na belastingen) te delen door het eigen vermogen. 
Het eigen vermogen van een bedrijf zijn de middelen die de aandeelhouders aan het bedrijf ter beschikking hebben gesteld. 
 
Hoe te interpreteren? 
Ook hier geldt het credo: hoe hoger, hoe beter. Stel dat een onderneming een ROE van 20% heeft, dan betekent dit dat het bedrijf 20 euro nettowinst realiseert voor elke 100 euro eigen vermogen. 
 
Deze ratio is echter ook niet eenduidig omdat hij geen rekening houdt met de manier waarop een onderneming zich financiert. Een onderneming met een grote schuldenlast in vergelijking tot het eigen vermogen, kan het rendement op het eigen vermogen aanzienlijk opschroeven ten opzichte van sectorgenoten. Maar een hogere schuldgraad brengt wel een toegenomen risico op een faillissement met zich mee, vooral wanneer een zwakke conjunctuur de winst fors kan doen terugvallen. Kijk daarom best ook naar de verhouding tussen schuld en eigen vermogen. Een gezonde balans tussenbeide is wenselijk, al is die balans sterk afhankelijk van de sector in kwestie.

5. Quick en current ratio (liquiditeitsratio's)

5. Current en quick ratio
Waarom ?
Deze ratio’s bieden inzicht in de liquiditeit van een bedrijf of de capaciteit van een bedrijf om aan de betalingsverplichtingen op korte termijn te voorzien.  
 
Hoe te berekenen?
  • De current ratio wordt berekend door: 
vlottende activa (voorraden, vorderingen, cash en gemakkelijk te gelde te maken beleggingen) af te zetten tegenover het vreemd vermogen op korte termijn (te betalen facturen, leningen, kredieten, …). Soms worden, bij het berekenen van de current ratio, de vorderingen op meer dan 12 maanden afgetrokken van het vlottend actief. Dit zogenaamde ‘beperkte’ vlottend actief biedt een meer eerlijke vergelijking met de kortetermijnverplichtingen.
 
  • De quick ratio wordt berekend door: 
(Vlottende activa – voorraden) / vreemd vermogen op korte termijn
 
Deze alternatieve liquiditeitsmaatstaf is strenger dan de current ratio omdat het enkel de meest liquide elementen op de balans meeneemt. Zo wordt er geen rekening gehouden met voorraden, bestellingen in uitvoering en vorderingen op meer dan één jaar. 
 
Hoe te interpreteren?
Als de vlottende activa groter zijn dan het vreemd vermogen zal de ratio boven 1 uitkomen: er zal dus aan de kortetermijnverplichtingen voldaan kunnen worden. Een current ratio van minder dan 1 kan wijzen op potentiële liquiditeitsproblemen en moet als een ernstig probleem worden aangemerkt. 
 
Ook bij de quick ratio geldt dat een ratio groter dan 1 door de band positief geïnterpreteerd te worden. Het wijst er immers op dat de onderneming in staat is de schulden op ten hoogste één jaar te financieren met de activa die ze het makkelijkst kunnen verkopen.
 
Beide ratio’s maken een foto op een welbepaald moment in de tijd (meestal op het einde van een kwartaal of een semester) en zijn daarom onderhevig aan een scheeftrekkend effect. Op het einde van het boekjaar gaan bedrijven namelijk de kasmiddelen maximaal benutten om de kortetermijnschulden aan kredietinstellingen af te bouwen om zo geen kredietoverschrijdende posities in te nemen. Dit verhoogt beide ratio’s, maar houdt vaak geen reële verbetering van de liquiditeitspositie in.
 
Een hele hoge ratio is trouwens ook niet a priori fantastisch. Het kan immers wijzen op overdreven hoge voorraden en handelsvorderingen of – erger – op een niet-geoptimaliseerde financieringswijze.

.