do. 25 nov 2021
vrijdag 26 november
Hebt u het beursnieuws van vandaag gemist? Met ons machtig makkelijke overzicht bent u in geen tijd weer helemaal mee:
De olieprijzen zijn opnieuw gedaald nadat ze in oktober het hoogste niveau in drie jaar hadden bereikt. Brent-olie noteert nu iets boven 80 dollar per vat. Samen met de verdere verspreiding van COVID-19 en de verstrakking van de gezondheidsmaatregelen in delen van Europa, werd de prijsdaling op het conto geschreven van een verwachte, door de VS gecoördineerde, (gedeeltelijke) vrijgave van de Strategic Petroleum Reserves (SPR). Die vrijgave werd dinsdag officieel aangekondigd.
In een poging om de brandstofprijzen te beteugelen, zal de VS 50 miljoen vaten ruwe olie uit haar strategische reserves vrijgeven, terwijl China, India, Japan en Zuid-Korea zich naar verwachting ook zullen aansluiten bij deze interventie, zij het met een aanzienlijk kleinere omvang van vrijgaven.
Vrijgave van SPR heeft geen impact
KBC Economics meent dat een gecoördineerde vrijmaking van de SPR een beperkte of zelfs geen betekenisvolle verdere (neerwaartse) impact op de olieprijzen zal hebben. Brent crude is immers met meer dan 3% gestegen in de nasleep van de aankondiging. De recente ervaringen op de oliemarkten lijken ook in lijn met een dergelijk ‘beperkte impact’ scenario. De verwachtingen van president Biden dat de huidige vrijgave "een verschil zou moeten maken", lijken dus niet ingelost te worden. De laatste gecoördineerde vrijgave van de strategische petroleumreserves in 2011 (ten belope van 60 miljoen vaten als reactie op de verstoring van de bevoorrading in Libië) resulteerde niet in een substantieel of blijvend effect op de olieprijzen. Dat kwam doordat de vrijgave van de SPR geen duurzame voorzieningsbron vormde, en slechts een fractie van de mondiale olievoorraden uitmaakte, vergelijkbaar met de situatie nu.
Een belangrijk precedent is wel is dat de Amerikaanse regering nu gebruik maakt van de SPR zonder ernstige verstoringen van het aanbod (en dus ingaat tegen het oorspronkelijke doel van de SPR). Het vrijmaken van de SPR moet dan ook eerder worden gezien als een reactie op de toegenomen binnenlandse politieke druk om "iets te doen" te midden van de sterke inflatiedruk in de Amerikaanse economie, dan als een reactie op een grote aanbodschaarste op de oliemarkt.
Hogere prijzen
Paradoxaal genoeg zou de vrijmaking van de SPR (indirect) kunnen resulteren in hogere olieprijzen tijdens de wintermaanden. De OPEC+ alliantie zal op 2 december bijeenkomen en de actie van de VS zou kunnen worden gezien als een goede reden voor een nog voorzichtiger productiebeleid. In combinatie met de toenemende onzekerheid over het vraagprofiel zet dit de deur open voor een lager tempo van productieverhogingen (nu aan een maandelijks tempo van 400.000 vaten per dag) door OPEC+, zo niet een volledige pauze in de lopende afbouw van de productiebeperkingen. Per saldo zou dit het totale effect van de door de VS en zijn bondgenoten aangekondigde vrijgave van de strategische olievoorraden meer dan teniet kunnen doen.
80 dollar per vat
Tegen deze achtergrond handhaaft KBC Economics de verwachting dat de olieprijs tijdens de wintermaanden boven de 80 dollar per vat zal blijven, gesteund door nog steeds gunstige fundamentele factoren. De risico's op korte termijn zijn in evenwicht: een sterkere vervanging van gas door olie (in het geval van een koudere winter dan normaal) is het belangrijkste opwaartse risico, terwijl de ontwikkeling van de pandemie (en nieuwe mobiliteitsbeperkingen) een belangrijk neerwaarts risico voor onze vooruitzichten inhoudt.
De S&P500 sloot op 8 november af op 4701,7 punten, goed voor een achtste, opeenvolgend record en de langste onafgebroken reeks van “records” sinds 1997. De laatste keer dat er negen opeenvolgende keren een recordkoers kon worden opgetekend was in 1964, en dat record staat tot op vandaag nog altijd op de tabellen. De S&P 500 daalde op 9 november immers tot 4686,25 punten, alvorens in een zijwaarts patroon terecht te komen dat op 18 november een nieuw record van 4704,54 liet optekenen. Tijd voor enkele statistieken.
Log vs. nominaal, toppen doen ze allemaal
We geven u voor de duidelijkheid het volledige historische parcours van de S&P500. De grafiek aan de linkerkant gebruikt daarvoor de nominale koersen, zeg maar de officiële slotkoersen. Dat levert een parabolisch effect op waar zelfs een straaljagerpiloot duizelig van zou worden. Ook wordt het als doorwinterde en doordeweekse beleggers ogenschijnlijk erg moeilijk om de beurs niet als “geweldig overgewaardeerd” te gaan bestempelen. Daarom geeft de logaritmische schaal een veel beter én correcter beeld: die grafiek herleidt de koersevolutie immers naar procentuele bewegingen. Ook daarop is duidelijk een toename van de index te zien, maar die verloopt heel wat meer volgens een stabiel trendpatroon, dat vooral in het eerste decennium van 2021 door de dotcomcrisis en de financiële crisis verstoord werd.
Technologie werd koning
De reden achter de sterke hausse van de index is natuurlijk omdat de S&P500, anders dan vroeger, voor een groot deel uit technologiebedrijven staat. Meer concreet is dat gewicht ondertussen opgelopen tot 27%, bestaande uit Microsoft, Apple, Amazon, Alphabet, Google, Nvidia, Tesla en MetaPlatforms. Die acht bedrijven maken trouwens 51% van de Nasdaq100-index uit, zoals de tabel hieronder weergeeft. Dat verklaart waarom die index het de voorbije jaren nog een pak beter heeft gedaan dan de S&P500.
De concentratie van Big Tech laat zich dus niet enkel voelen op maatschappelijk vlak. Voor wie zoekt naar industriële bedrijven in de S&P500, moet zoeken naar Nvidia en Berkshire Hathaway. En die laatste profiteerde de voorbije jaren fors van de koersstijging van Apple, dat ondertussen niet minder dan 50% van diens portfolio uitmaakt. Of hoe oude knarren zich graag laten omringen door jonge veulens.
De Europese Commissie kondigde aan een diepgaand antitrustonderzoek (fase II) te hebben geopend naar de voorgenomen overname van Recticel door Greiner, waarbij zij aangaf bezorgd te zijn over de mogelijke beperking van concurrentie in de markt wanneer Greiner Recticel opslokt. Meer in het bijzonder noemde de Europese Commissie het risico van een beperktere keuze en hogere prijzen voor rollen technisch schuim, schuim dat geluid, trillingen en ruwheid vermindert, en filterschuim op een aantal lokale Europese markten. De Europese Commissie wees erop dat de gefuseerde entiteit voor elk van deze producten hoge gecombineerde marktaandelen zou hebben op reeds geconcentreerde markten, met name in Centraal-Europese landen zoals Oostenrijk, Duitsland, Polen en de Tsjechische Republiek.
Van Fase I naar Fase II
De EC benadrukte dat Greiner had besloten tijdens het eerste onderzoek geen toezeggingen te doen om de voorlopige bezwaren van de Commissie weg te nemen (zoals reeds door Greiner was aangekondigd). De Commissie heeft nu 90 werkdagen, tot 8 april 2022, om een besluit te nemen. Greiner liet eerder weten dat, als de Europese Commissie naar fase II zou gaan, ze haar standpunt zal bepalen uiterlijk bij de bekendmaking van de resultaten van de Initiële Aanvaardingsperiode (van haar bod van 13,5 euro per aandeel), die op 21 december worden verwacht. Indien Greiner niet afziet van de opschortende voorwaarde van goedkeuring van fase I, zou haar bod aan de aandeelhouders van Recticel komen te vervallen. In dat geval zou Greiner naar eigen zeggen constructief met de Commissie samenwerken om goedkeuring voor fase II te verkrijgen en is het voornemens een nieuw bod uit te brengen om de meerderheid van de Recticel-aandelen te verwerven indien de goedkeuring inzake concentratiecontrole wordt gegeven. Het is duidelijk dat een verkoop van de Engineered Foams-activiteiten aan Carpenter een einde zou maken aan de antitrustrisico's voor Greiner (dat niet actief is in Isolatie).
Recticel in de tegenaanval
Bij Recticel zijn ze de voorbije weken niet bij de pakken blijven zitten. Midden oktober kondigde de groep aan dat het een bindend bod had ontvangen van Carpenter om de Engineered Foams activiteiten over te nemen, gebaseerd op een ondernemingswaarde van 656 miljoen euro. En ondertussen werd ook een akkoord bereikt over de verkoop van de matrassendivisie voor 122,4 miljoen euro. Daarmee timmert de groep verder aan de weg om een pure isolatiespeler te worden. Voor het zover is moet een buitengewone algemene vergadering zich wel nog uitspreken over de Carpenter-deal, waardoor 6 december met stip in de agenda van de Recticel-aandeelhouders genoteerd staat. Een gewone meerderheid (50%+1 aandeel) lijkt waarschijnlijk en is voldoende om groen licht te geven voor de voorgestelde verkoop van Engineered Foams aan Carpenter.
KBC Securities over Recticel
De antitrustonzekerheid waarmee Greiner wordt geconfronteerd, lijkt zijn opties te beperken, al kan Greiner nog steeds vasthouden aan de Bois Sauvage-deal (goed voor een belang van 27,03%) en een belangrijke aandeelhouder van Recticel worden, weet KBC Securities-analist Wim Hoste. Met een zitje op de eerste rij zal de groep mee een stem hebben in hoe een op isolatie gericht Recticel zich verder zal ontwikkelen.
Investment case
Analist Wim Hoste handhaaft het “Opbouwen”-advies en het koersdoel van 18 euro. Hij meent dat Recticel ondergewaardeerd is vanuit een "Som-der-delen"-perspectief. De isolatieactiviteiten maken Recticel interessant vanuit een ESG-perspectief. De weg van de verkoop van Engineered Foams en de focus op Isolatie lijkt nu de beste manier om de aandeelhouderswaarde te maximaliseren, hoewel Greiner zijn biedprijs ook nog zou kunnen verhogen.
Elke dag bieden we u een overzicht van de meest verhandelde effecten bij Bolero op Euronext. Ideaal om een vinger aan de pols van de beurs te houden en te ontdekken welke aandelen/effecten door medebeleggers druk gekocht of verkocht worden!
Vandaag in de top 10: VGP - Ageas - Ackermans & van Haaren - Recticel - UCB - Intertrust - ASML Holding - AB Inbev - Valneva - Elia Group
Gisteren plaatste VGP nieuwe aandelen bij institutionele beleggers. Die operatie leverde 300 miljoen euro op aan 240 euro per aandeel, een korting van 9,1% ten opzichte van de vorige slotkoers. Qua timing zit dat alvast goed, want de koers van het aandeel steeg met 13,1% sinds afgelopen donderdag dankzij een explosieve kwartaalupdate over de eerste 10 maanden van 2021. Het bedrijf kondigde daarin onder meer een sterke groei in de grondbank en ontwikkelingspijplijn aan, weet KBC Securities-analist Wim Lewi.
1,25 miljoen nieuwe aandelen
Analist Wim Lewi verwacht dat de plaatsing de schuldgraad zal verbeteren van de huidige 30,4% tot 20,5% op het einde van 2021. De deal verhoogt het aantal aandelen met 1,25 miljoen stuks en die geven recht op een volledig dividend. De verwatering bedraagt 6,1%, maar analist Wim Lewi handhaaft een ongewijzigde dividendverwachting van 3,65 euro per aandeel. Hoewel controlerende aandeelhouders Jan Van Geet en Bart Van Malderen niet hebben deelgenomen, hebben zij na de transactie nog steeds een meerderheid van 50,9% en een meerderheid van 2/3 van de stemmen.
Eerste stappen in Frankrijk, Servië en Zweden
VGP begint aan een explosief groeipad in de komende 2 à 3 jaar met intrede in nieuwe regio's zoals Frankrijk, Servië en Zweden. Naarmate de grondprijzen en de bouwkosten stijgen, stijgt ook het bedrag van de noodzakelijke kapitaalinvesteringen. VGP verklaart echter dat het de winst van de ontwikkelaar per vierkante meter ondanks de hogere investeringskost minstens stabiel kan houden. In een nota op 19 november van analist Wim Lewi schatte hij dat VGP ongeveer 2,4 miljoen vierkante meter aan nieuwe ontwikkelingen kan starten in het tweede halfjaar van 2021 en 2022 en nog eens 2,2 miljoen vierkante meter aan verhuurbare grond kan verwerven in dezelfde periode van 18 maanden. Dit vereist ten minste 1,4 miljard euro aan investeringen (exclusief cash die terugkeert van de joint-venture met Allianz).
Verbetering onderhandelingspositie met Allianz JV
VGP zal in deze 18 maanden ook kapitaal innen als het projecten afrondt en verkoopt aan de Joint-venture met Allianz. Maar met deze deal vermijdt het dat het onder druk wordt gezet om een zwakke onderhandelingspositie te aanvaarden, omdat het investeringen nodig heeft voor zijn groeiplannen. Aangezien VGP het ontwikkelingstempo meer dan verdubbelt ten opzichte van de voltooide en aan de joint-venture verkochte projecten, is er een tijdsverschil van ongeveer 14 maanden voordat de nieuwe ontwikkelingen worden gevolgd door de recyclage van cash vanuit de joint-venture. Zodra het ontwikkelingstempo vertraagt, kan die nog 14 à 18 maanden extra kasmiddelen opleveren.
Versterking kredietrating
VGP heeft momenteel een BBB- kredietrating van Fitch. Analist Wim Lewi schat dat de schuldgraad zal dalen van 30,4% in de eerste helft van 2021 tot 20,5% op het einde van december. Naarmate de uitbreiding wordt gerealiseerd en kapitaal van de joint-venture terugvloeit, zal de schuldgraad naar schatting pas in 2025 stijgen tot 30,2%. Het model van onze analist gaat uit van een ontwikkelingspiek ergens tussen 2022 en 2023. Eens de ontwikkeling nadien vertraagt, blijven de inkomsten van de joint-venture wel toenemen. Die zal tussen 2024 en 2025 het geïnvesteerde kapitaal weer recycleren.
Naarmate VGP zich uitbreidt over nieuwe regio's, bestaat kans dat het zijn eigen investeringsportefeuille uitbreidt tot buiten de historische range van 200.000 à 250.000 vierkante meter. Er is ook een mogelijkheid om de ESG-beleggingen in groene gebouwen uit te breiden, aldus analist Wim Lewi.
Rémy Cointreau verhoogt winstvooruitzichten voor 2021
Swiss Life kondigt nieuw inkoopprogramma aan
CEO van Orange veroordeeld voor medeplichtigheid aan misbruik van overheidsgeld
Elekta waarschuwt voor aanhoudende tekorten aan onderdelen in toekomst
Generali wil La Medicale van Crédit Agricole overnemen
Artison bevestigt IPO van morgen op Milanese beurs tegen 10,25 euro
Atenor verkoopt alle appartementen voor geplande Twist-gebouw
ForFarmers ziet CEO vertrekken
Intrinsieke waarde van Hal Trust bedraagt na derde kwartaal 154,10 euro
VGP meldt succesvolle kapitaalverhoging van 300 miljoen euro
ABN Amro vereenvoudigt organisatiestructuur