Hoe moet de 10% betaald worden?


In principe zullen de financiële instellingen instaan voor de inhouding van de meerwaardebelasting van 10%, behalve voor meerwaarden gerealiseerd op bepaalde activa zoals crypto-assets, deviezen, …

Voor vzw’s en stichtingen geldt het systeem van de inhouding aan de bron niet maar wordt de betaling van de meerwaardebelasting rechtstreeks geregeld via de aangifte van de rechtspersonen belasting.

Voorbeeld
Je verkoopt in januari 2027 aandelen met een meerwaarde van 9.000 euro. Je financiële instelling zal hierop 900 euro meerwaardebelasting inhouden en zelf (anoniem) doorstorten naar de fiscus. Aangezien je gebruik kunt maken van de vrijstelling van 10.000 euro, kun je in je aangifte inkomstenjaar 2027 – aanslagjaar 2028 deze meerwaarde aangeven om de betaalde belasting van 900 euro te recupereren. De terugbetaling van dit bedrag zal echter maar ten vroegste eind 2028 of in de loop van 2029 gebeuren, waardoor je in de praktijk toch gedurende een tweetal jaar de belasting moet voorfinancieren.

Om de voorfinanciering te vermijden zou de wetgever een mogelijkheid tot 'opt out' voorzien. Daarbij zal je aan je financiële instelling kunnen laten weten dat je geen inhouding aan de bron wenst en dat je zelf de nodige gegevens zal vermelden in je eigen aangifte. In deze aangifte kun je ook de gerealiseerde minderwaarden verrekenen en wordt de vrijstelling toegepast.
Aangezien de fiscus je aangifte moet kunnen controleren, zal je financiële instelling de nodige gegevens moeten doorgeven aan de fiscus (‘ficheverplichting’). Welke gegevens dit precies zullen zijn, is nog niet duidelijk.

Voor effecten die je in het buitenland aanhoudt, zal je de gerealiseerde meerwaarden zelf moeten aangeven in je eigen aangifte. Het systeem van inhouding aan de bron van de 10% is hier immers niet mogelijk.