di. 13 okt 2020

Het waarderingsverschil tussen hippe (“must have”) en minder hippe (“must not have”) bedrijven is nog nooit groter geweest dan vandaag. Meer dan de te eenvoudige verklaring dat technologiebedrijven in 2020 voor een scheefgetrokken prestatie zorgden, is het wél zo dat vooral haarscherp gefocuste bedrijven beresterk presteerden op de beurs. Met name de vraag naar verticaal geïntegreerde (software)bedrijven is schijnbaar onverzadigbaar. Denk aan spelers zoals Wayfair, Chewy, Netflix en Spotify, die dankzij loyale klanten meer dan 30% groeien op jaarbasis. Logischerwijs liggen de waarderingsmultiples voor dit soort bedrijven fors boven die van minder hippe bedrijven, stelt KBC Senior Financial Economist Tom Simonts.
Conglomeraten onder vuur
Onder het credo “lean and mean” en “focus” is het bijna logisch dat conglomeraten, zoals General Electric, Samsung, Hyundai Group en zelfs technologiereuzen zoals Google of Amazon, daarom in toenemende mate onder vuur komen te liggen van activistische beleggers. Conglomeraten verschillen van holdings, omdat ze diverse operationele entiteiten onder één paraplu controleren, beheren, financieren en aansturen. Activistische aandeelhouders willen bedrijfstakken die geen synergieën bieden de deur uit - al dan niet met het management -, een uitkering van overtollige cash… Dat moet waarde zichtbaar maken en (op korte termijn, natuurlijk) de aandelenkoers opkrikken.
IBM nam het heft in eigen handen door zich na jarenlang aanmodderen vorige week dan toch op te splitsen. Het is het eerste grote technologiebedrijf dat afstapt van zijn oorspronkelijke kernactiviteiten om te focussen op het veel rendabelere cloud computing en software solutions. Ook Computerbouwer Dell bekijkt ‘preventief’ de mogelijkheden van een strategische samenwerking met VMWare.
Telecom en media in het oog van de storm
De drang naar verandering is opmerkelijk zichtbaar in de telecom- & mediasector. Het “matig agressieve” Trian Fund Management nam onlangs een substantieel belang in kabelaar Comcast, meteen het grootste doelwit ooit van een activist. Het wat meer grofgebekte Elliot wil de koers van AT&T 65% hoger krikken door een "verhoogde strategische focus, operationele efficiëntie en beter leiderschap en toezicht". Third Point richtte zijn kanonnen op het dividendbeleid van Disney. Dat kan beter vervangen worden door investeringen in streamingpoot Disney+.
In zekere zin zijn ook regelgevers op de activistische trein gesprongen. Ze zullen de komende weken Google en Facebook mogelijk verplichten om activiteiten af te splitsen omwille van een té dominante marktpositie, zodat Waymo (30 miljard dollar), YouTube Subscription (40 miljard dollar), Instagram (293 miljard dollar) en WhatsApp (120 miljard dollar) volgens de wetgever beter zelfstandig door het leven kunnen.
Dichter bij huis
Wat aandeelhoudersactivisme is altijd wenselijk, omdat bedrijven zich doorheen hun groeipad al eens durven te verliezen in weinig rendabele zijprojecten, die te klein zijn om groot te zijn en te groot om klein. Lokale bedrijven zoals Barco of Agfa zijn al een poot armer door desinvesteringen, maar dat mag meer zijn. Recticel blijft vruchteloos proberen om zich om te vormen tot een pure isolatiespeler. ENA Capital ging met succes achter de scalp van luierfabrikant Ontex aan en Telenet staat sinds begin dit jaar onder druk van activist CIAM. Die eist de uitbetaling van 1 miljard euro via dividenden. In Nederland leverde het opmerkelijke heruitvindproces van DSM tot een pure voedingsgroep een beurssucces op vergelijkbaar met dat van een fintechspeler.
Conclusie
Activisme, zacht of hard, houdt het management haarscherp gefocust en de kapitaalstructuur topfit. Elk gebrek daaraan zal vroeg of laat immers uitgebuit worden door misnoegde aandeelhouders, die op korte termijn beterschap willen. Daar wringt wel net de schoen, want soms is blijven investeren met verlies beter dan focus op kortetermijnwinst. Denk aan Amazon, Spotify of Tesla, niet toevallig enkele ‘must have’-bedrijven van dezer dagen.