di. 28 nov 2023

Na het succes van de vorige staatsbon in september dit jaar, besliste de overheid om op 11 december opnieuw een staatsbon te lanceren . Het gaat om twee staatsbons met looptijden van 5 jaar en 8 jaar met respectievelijke brutorentevoeten van 2,60 % (netto na afhouding van de roerende voorheffing : 1,82%) en 2,90% (netto na afhouding van de roerende voorheffing : 2,03%). De uitgifte van de staatsbon verschilt van de vorige, niet enkel door de looptijd en percentage, maar ook omwille van de fiscaliteit. Op de vorige staatsbon was ‘slechts’ 15% roerende voorheffing verschuldigd, op deze staatsbons de ‘normale’ 30% roerende voorheffing.
Helaas is het niet mogelijk om bij Bolero in te tekenen op deze staatsbons. Eens de staatsbon uitgegeven is en noteert op de Brusselse beurs, kan je die wel secundair kopen via Bolero. Intekenen op de uitgifte kan enkel via KBC (kantoor of KBC Live). De inschrijving loopt van 30 november 2023 tot en met 8 december 2023.
De lange looptijden van de nieuwe staatsbon maken dat je als belegger een beleggingshorizon moet hebben van respectievelijk 5 jaar en 8 jaar. Tussentijds kan je de staatsbon wel verkopen maar dan ben je afhankelijk van de rentestand. Staat de rente intussen hoger, dan maak je verlies op je belegging.
Zoek je ander overheidspapier dan kan je bestaand Duits of Oostenrijks staatspapier kopen bij Bolero. Daarnaast kan je als belegger bestaande bedrijfsobligaties kopen die echter risicovoller zijn dan staatspapier. Bolero-klanten vinden de huidige obligatieselectie onder het 'Idea center' van het Bolero-platform.
Voor algemene vragen kan je terecht op onze algemene obligatiepagina waar je heel veel info kunt terugvinden : www.bolero.be/obligaties.
Waar moet je als belegger mee rekening houden ?
- Obligaties zoek je het best op in het Bolero-platform op basis van hun ISIN-code, zo ben je zeker in het juiste product te beleggen.
- Een obligatie noteert aan een percentage (in tegenstelling tot een aandeel). Dat betekent dat je bij het plaatsen van een order een bedrag moet ingeven en geen aantal coupures.
- Hou er ook rekening mee dat je bij de aankoop en verkoop van secundaire obligaties 0,12% beurstaks betaalt.
- Belgische staatsobligaties worden verhandeld op Euronext Brussel terwijl buitenlandse staatsobligaties op Frankfurt verhandeld worden.
Wat zijn de risico’s bij obligaties ?
- Debiteurenrisico: Laag, matig tot hoog. Hangt af van de kwaliteit van de emittent, die wordt beoordeeld door de ratingbureau's. Hoe hoger de rating, hoe geringer het risico. Ratingbureaus geven evenwel een tijdsgebonden appreciatie over een onderneming en zijn niet onfeilbaar. Ratings kunnen tijdens de looptijd van een lening worden herzien, zowel opwaarts als neerwaarts. Achtergestelde leningen houden een groter risico in.
- Liquiditeitsrisico: Hangt af van de grootte van de emissie, het bestaan en de werking van de secundaire markt voor het effect. De liquiditeit van de secundaire markt verschilt van munt tot munt, maar hangt ook af van de grootte van de emissie en van de kwaliteit van de debiteur. De liquiditeit van een euro-obligatie is niet noodzakelijk constant in de tijd. Een ratingverlaging (= hoger debiteurenrisico) kan de verhandelbaarheid van een euro-obligatie nadelig beïnvloeden.
- Muntrisico: Geen voor de effecten in euro. Laag, matig tot hoog, afhankelijk van de muntontwikkeling ten opzichte van de euro. In principe is er een omgekeerde verhouding (vooral op lange termijn) tussen het rentepeil en de stabiliteit van de buitenlandse munt. Een munt met een rente die hoger ligt dan bij een andere munt, vertoont de neiging om in waarde te dalen ten opzichte van die andere munt.
- Renterisico: Laag, voor obligaties met een looptijd < 3 jaar, matig voor obligaties met een looptijd tussen 3 en 5 jaar en hoog voor obligaties met een looptijd > 5 jaar. De prijs van een obligatie op de secundaire markt schommelt met de rentefluctuaties. Bij verkoop van de obligatie voor de eindvervaldag kan het gebeuren dat de belegger een minwaarde moet incasseren. Dat is het geval als de nominale rente van de obligatie lager ligt dan de marktrente voor effecten in dezelfde munt, van vergelijkbare kwaliteit en met dezelfde restlooptijd. In het omgekeerde geval realiseert de belegger een meerwaarde. Het renterisico neemt toe naarmate de restlooptijd van de obligatie langer is en de hoogte van de coupon lager. Het renterisico is dus zeer hoog bij zerobonds.