wo. 20 apr 2022

Het rendement op tienjarige Amerikaanse inflatiegerelateerde obligaties kwam gisteren opnieuw boven het nulpunt uit. Dat is voor het eerst sinds maart 2020. Treasury Inflation-Protected Securities (TIPS) worden ook wel reële rente genoemd omdat ze de verwachte inflatie aftrekken van het nominale rendement op schatkistpapier. De reële rente werd het voorbije decennium bovenal een uiting van monetaire beleidsverwachtingen. Van midden 2020 tot begin dit jaar bengelde ze rond -1%, een rechtstreeks gevolg van gigantische liquiditeitsinjectie door de Amerikaanse centrale bank (Fed) via voornamelijk obligatie-aankopen, weet KBC Economics.
Reële rentestijging in de VS
De Feds uitgesproken bereidheid om het monetaire beleid snel te willen normaliseren is de reden van de reële rentestijging. Vooral omdat de (rente)markt Powell op zijn woord gelooft. Geloofwaardigheid is en blijft het hoogste goed van een centrale bankier. Vanaf mei houden we rekening met renteverhogingen van minstens 50 basispunten en start de Fed een grootschalige operatie om het teveel aan liquiditeit opnieuw uit de markt te halen. De Fed beseft bovendien dat een neutraal monetair beleid onvoldoende is.
Verkrappende monetaire condities, hetzij een einde aan het “gratis geld”-beleid, zijn de eindhalte en die kunnen we sneller dan verwacht bereiken. De forse stijging van de reële rente houdt de Amerikaanse inflatieverwachtingen in toom. Ze stegen dit jaar van om en bij 2,5% tot net geen 3%. Vanuit historisch perspectief is 2,25%-2,75% de referentie. De markt gelooft dus dat de Fed-acties een ontsporing van het inflatieverwachtingspatroon zullen tegenhouden.
Rente in Europa
Europa zei al vaarwel tegen positieve reële rentes in 2012. Na de financiële crisis kwam de Europese schuldencrisis en toenmalig voorzitter van de Europese centrale bank (ECB) Mario Draghi’s ‘whatever it takes’. Sindsdien liet de ECB elke kans onbenut om terug te keren naar een normaal monetair beleid en deed ze er bovendien telkens een schepje bovenop als de groei dreigde te verzwakken.
De ECB kon zich die aanpak veroorloven omdat inflatie en inflatieverwachtingen in de eurozone al die tijd laag en beneden de 2%-inflatiedoelstelling bleven. Op die manier daalde de Duitse 10j reële rente af tot -2%. Het duo van economische aanbodschokken (pandemie & Russische invasie) stuwde Europese inflatieverwachtingen in geen tijd boven 3% en boven hun Amerikaanse variant.
De ECB mag dan wel voorzichtig opschuiven richting een eerste renteverhoging in juli of september, de markt gelooft (nog) niet dat de ECB tot elke prijs het inflatieprobleem wil aanpakken. Inflatieverwachtingen nemen in tegenstelling tot de VS het voortouw in de stijging van de nominale rentes. Lagarde en co hebben een huizenhoog geloofwaardigheidsprobleem, maar beseffen het precies (nog) niet, meent KBC Economics. Actie is nodig – en snel – om het ontsporende (inflatie)verwachtingspatroon om te keren en de euro te redden.