Wed. 13 Mar 2019
Er is geen gemakkelijke weg naar buiten voor de Britten. Met de deadline van 29 maart in zicht, lijkt het pijnlijke proces naar zijn einde te lopen. Maar is dat wel zo? Senior Financial Economist Tom Simonts onderzocht het voor u.
Stand van zaken
Zoals het er nu voorstaat, zal het VK op 29 maart 2019 uit de EU stappen. Dat zal gebeuren volgens de bepalingen van zijn verklaring op grond van artikel 50 van het EU-Verdrag. De langdurige onderhandelingen tussen de Britse regering en de EU hebben vóór Kerstmis geleid tot een akkoord over een terugtrekkingsovereenkomst en de grote lijnen van de toekomstige handelsbetrekkingen.
De Britse regering was echter niet in staat om in het Britse parlement steun te krijgen voor deze overeenkomst. Een verduidelijking van de overeenkomst (om de bezorgdheid in het VK weg te nemen) werd op 11 maart tussen de onderhandelaars van het VK en de EU overeengekomen en gisteren ter bekrachtiging aan het Britse parlement voorgelegd. Men is bezorgd dat de formulering van de terugtrekkingsovereenkomst ertoe zou kunnen leiden dat het VK onder bepaalde omstandigheden permanent in de EU gevangen zit. Het voorstel werd opnieuw verworpen, met 432 stemmen tegen en 242 stemmen voor.
Aangezien het debat zich voornamelijk concentreert op de Ierse grens, gelooft KBC nog steeds dat een overeenkomst mogelijk is. Daarom blijft een 'zachte, maar niet gladde'Brexit het basisscenario.
Harde versus zachte Brexit
Als er in de komende weken geen akkoord wordt bereikt, zou dat leiden tot een "harde Brexit". Hierbij zou de handel in goederen tussen het VK en alle andere landen (inclusief de EU) plaatsvinden volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie, met aanzienlijke tarieven en andere handelsbelemmeringen tot gevolg. De meeste analyses wijzen erop dat de kosten van de Brexit voor het Verenigd Koninkrijk en zijn handelspartners sterk zouden dalen indien een formele overeenkomst kan worden bereikt, de zogenaamde "zachte" Brexit-optie.
Politieke problemen hebben het uiterst moeilijk gemaakt om in het Britse parlement tot een akkoord te komen. Na de verpletterende nederlaag van de terugtrekkingsovereenkomst tussen premier Theresa May en de EU in het parlement medio januari (na bijna twee jaar onderhandelen), is het basisscenario dat het VK op 29 maart de EU zal verlaten zonder dat er een akkoord is, behalve als er toch nog iets uit de bus zou komen dat voor een zeer verdeeld Brits parlement aanvaardbaar is. Na moeizame onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU zijn op 11 maart een reeks documenten overeengekomen, die bedoeld zijn om de problemen van het Verenigd Koninkrijk aan te pakken in verband met een "backstop" die ervoor moet zorgen dat een harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland (dat deel uitmaakt van het Verenigd Koninkrijk) wordt vermeden. Het belang van die kwestie houdt grotendeels verband met de vastberadenheid om na een periode van geweld in Noord-Ierland een vredesakkoord te handhaven, maar de Ierse grens zou ook de enige landgrens tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk zijn. Aangezien deze nieuwe verduidelijking bij de eerste poging niet door het Lagerhuis is aangenomen, kan in de komende week of weken nog een poging tot 'tweaks' worden ondernomen.
Consequente EU kan haar geduld verliezen
Tot nu toe is het standpunt van de EU consistent geweest, maar het geduld raakt mogelijk op. Het is de bedoeling dat het Britse parlement op 14 maart stemt om verlenging van de termijn van 29 maart te vragen. De EU heeft aangegeven dat de resterende EU27 bereid is in te stemmen met een verzoek van het VK om een tijdelijke verdaging van de Brexit, wat betekent dat het VK eind maart niet uit de EU zal "crashen". Bovendien heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld dat het Verenigd Koninkrijk het Brexit-proces eenzijdig kan herroepen, maar alleen door middel van een "eenduidige en onvoorwaardelijke" beslissing (wat betekent dat de overige 27 EU-lidstaten unaniem moeten instemmen met uitstel of uitstel van de uitstapdatum). De komende parlementsverkiezingen in de EU in mei betekenen dat een langere verlenging zou vereisen dat het Verenigd Koninkrijk aan deze verkiezingen deelneemt en leden naar het nieuwe EU-parlement stuurt. Een eventuele verlenging zal dus waarschijnlijk slechts voor een paar maanden gelden.
De markten zijn van mening dat een no-deal scenario kan worden vermeden
De markten zijn van mening dat er sprake zal zijn van een soort "fudge", die waarschijnlijk een verdaging van de Brexit met zich mee zal brengen. De financiële markten zijn er sterk van overtuigd dat het Verenigd Koninkrijk eind maart niet uit de EU zal vallen omdat er een sterke consensus bestaat dat dit enorm schadelijk zou zijn voor de Britse economie en voor veel EU-economieën, zij het in verschillende mate. Uit de geschiedenis van de stemmingen van de afgelopen maanden blijkt ook duidelijk dat er in het Britse parlement een meerderheid tegen een 'no-deal' Brexit is. Het probleem is dat er ook een meerderheid lijkt te zijn tegen alle andere voorgestelde alternatieve opties en dat er geen direct voor de hand liggend mechanisme bestaat om ervoor te zorgen dat het VK eind maart zonder overeenkomst uit de EU stapt.
Het economische scenario van KBC blijft dat er een dubbelzinnige formulering kan worden gevonden die volstaat om een terugtrekkingsovereenkomst af te sluiten. In dit verband bieden de documenten van 11 maart ten minste een model voor een formulering die het VK voldoende duidelijkheid en comfort biedt over het niet-permanente karakter van de “Backstop”, en over enkele mogelijke mechanismen en tijdschema's voor de verwijdering ervan. Dit zou het mogelijk maken een overeenkomst te bereiken die een korte vertraging van een paar maanden met zich meebrengt, zodat de wetgeving in het Verenigd Koninkrijk kan worden aangenomen.