vr. 13 sep 2019

"De ECB hield vandaag de beleidsrente zoals verwacht ongewijzigd op -0.4%”. Met die zin, of een literaire variant daarvan, begonnen de economen van KBC de afgelopen jaren zowat elk berichtje dat een ECB-beleidsvergadering samenvatte. Daar kwam gisteren verandering in. De rente ging lager en de bazooka werd zoals verwacht bovengehaald. Dat gebeurde niet unaniem en ontlokte allerlei reacties. Hieronder vind je die van KBC Economics.
4 kernboodschappen
- De ECB verlaagde voor het eerst in drie jaar opnieuw haar belangrijkste rente, van -0,4% naar -0.50%, en introduceerde een gelaagd depositosysteem. Een deel van de cashoverschotten die door de banken bij de ECB moeten worden geparkeerd worden daardoor vrijgesteld van de negatieve rente.
- Ook de ‘forwardguidance’ wijzigde. De negatieve rente zal niet wijzigen zolang de onderliggende inflatie (vooruitzichten) niet op 2% belandt. Daarmee verzaakt de ECB aan een concrete exit-timing en klikt ze het soepel beleid vast aan een economische maatstaf (m.n. de inflatie). In juli stelden de bankiers nog “ten minste tot de eerste helft van 2020” voorop. Laag/lager voor langer, dus.
- Ook het aankoopprogramma van obligaties wordt weer van stal gehaald. De ECB zal vanaf 1 november voor 20 miljard euro per maand obligaties opkopen. Dat programma krijgt geen specifieke einddatum mee.
- Tot slot versoepelt ze ook de modaliteiten rond haar langetermijnliquiditeitsoperaties (TLTRO’s) die ze in maart aankondigde.
Neerwaartse risico’s houden aan
De ECB gaat weer over tot extra monetaire versoepeling omdat ze constant haar eigen inflatiedoelstelling mist. Bovendien duurt de economische afkoeling langer dan gedacht en verslechterde de economie zelfs nog, vooral in de verwerkende nijverheid. De “prominent aanwezige” risico’s (brexit, handel, opkomende economieën, algemene context van onzekerheid …) kunnen daarenboven verder op de groei en inflatie wegen. Dat leidt tot neerwaarts bijgestelde prognoses. Voor 2019 rekent de ECB op 1,1% groei (vs. 1,2% in juni), 1,2% in 2020 (1,4%) en 1,4% voor 2021 (onveranderd). De inflatie moet landen op 1,2%, 1% en 1,5%.
Fiscaalbeleid
Toch bestond er geen unanimiteit over het hele monetaire pakket. Met name over de heropstart van het aankoopprogramma liepen de meningen uiteen. Draghi gaf wel (ongevraagd) mee dat er eensgezindheid bestond over de primaire rol die het fiscaal beleid in de toekomst zou moeten spelen. Hij zit daarmee op dezelfde lijn van zijn opvolgster Christine Lagarde, die vanaf november het roer overneemt.
De visie van KBC Economics
Op de wisselmarkt verloor de euro in eerste instantie terrein (een dollar was 1.0925 euro waard) en kwam het op het laagste peil van 2019. Tijdens de persconferentie herstelde de munt en op dit moment noteert het op 1,11 euro. De Duitse kortetermijnrente steeg in eerste instantie, terwijl de langetermijnrente stevig daalde, maar ook die beweging keerde even snel dan ze gekomen was. KBC Economics concludeert dat Draghi min of meer de marktverwachtingen heeft ingelost, maar dat investeerders er rekening mee houden dat de ECB mogelijk haar laatste kruit verschoten heeft.