do. 24 jun 2021

De Fed-vergadering van vorige week heeft beleggers in eerste instantie met meer vragen dan antwoorden achtergelaten. De Amerikaanse centrale bank kwam 'hawkisher' uit de hoek dan verwacht. De rentevoorspellingen ('dot plot') van de Fed wijzen nu op twee renteverhogingen in 2023. KBC Asset Management-strategist Siegfried Top zorgt voor duiding bij de koerswending van de Fed en de daaropvolgende marktreacties, die alle richtingen uitgingen.
Fed verandert van koers
Met het vooruitzicht op een snellere afbouw van het ultrasoepele monetair beleid lijkt de Federal Reserve het geweer dus wat van schouder te veranderen. Enkele maanden geleden gaf ze immers nog aan dat het economische herstel en de arbeidsmarkt nog niet sterk genoeg waren, dat de beleidsrente nog wel even rond de 0% zou blijven en het opkopen van obligaties ('Quantitative Easing', QE) behouden zou blijven, wat wees op een zeer soepel of 'dovish' beleid dus.
De koerswending van de Fed, ingegeven door het sterke economische herstel en misschien ook wel wat door de hogere inflatiecijfers, betekent dat we wellicht later deze zomer een aankondiging van de afbouw of 'tapering' van de Quantitative Easing kunnen verwachten, mogelijk gevolgd door renteverhogingen vanaf de tweede helft van 2023, wat vroeger is dan enkele weken geleden werd verwacht.
Marktreacties in alle richtingen
De eerste reacties van de financiële markten, net na de persconferentie van Fed-gouverneur Powell, lagen in lijn met de verwachtingen: de langetermijnrente begon te stijgen (zo'n 10 basispunten), de dollar versterkte, en op de aandelenmarkten wonnen vooral de financiële bedrijven (die baat hebben bij een steilere rentecurve) en andere, zogenoemde waardeaandelen zoals de energiesector en de cyclische aandelen. Bij de verliezers hoorden de defensieve waarden en groei- en kwaliteitsaandelen, zoals de brede technologiesector.
Lang duurde die - nochtans vrij logische - marktreactie echter niet. Eind vorige week daalde de langetermijnrente plots vrij stevig. De daling van de inflatieverwachtingen speelde hierbij een rol, maar ook andere bezorgdheden leken mee te spelen.
Komt de Fed niet te vroeg met haar strakkere beleid? Begint de economische motor geen tekenen van vertraging te vertonen, bijvoorbeeld in China, net nu misschien nieuwe varianten van het coronavirus zich wereldwijd verspreiden?
De daling van de grondstoffenprijzen vorige week speelde mogelijk ook een rol in de lagere inflatieverwachtingen op de obligatiemarkten. Tegelijkertijd steeg de kortetermijnrente, omwille van de hogere kans op vroegere renteverhogingen, en werd de rentecurve weer vlakker.
Het gevolg was dat de aandelenmarkten in een kramp schoten, en vooral financiële waarden en grondstoffen- en cyclische sectoren het moeilijk kregen, terwijl de defensieve en kwaliteits- en groeiwaarden goed standhielden, bijvoorbeeld de farma- of softwaresector. De markten werden vrijdag zo toch wat in mineur afgesloten.
Maar ook die trend duurde niet lang. Hoewel de Japanse beurs maandag 3% lager ging, konden de Europese en Amerikaanse beleggers de marktrichting weer omkeren. De langetermijnrentes begonnen terug te stijgen, aandelenmarkten keerden de trend van eind vorige week om, waardoor de markten goed een week na de Federal Reserve meeting terug naar af zijn.
Wie profiteert van stijgende rente?
Nu het stof wat gaan liggen is, kan de koerswijziging van de Fed volgens strategist Siegfried Top wat beter worden geïnterpreteerd.
Het signaal van de Fed lijkt positief: het economische plaatje is sterk, het monetair beleid is daarom misschien wat te soepel geworden, maar de Fed lijkt de zaken goed onder controle te hebben. De inflatie, die in de VS hoog is opgelopen, lijkt tijdelijk, maar kan door de Fed wel getolereerd en, indien nodig, gecontroleerd worden.
KBC AM verwacht dan ook dat de Fed dit beleid zal verderzetten en eind dit of begin volgend jaar de afbouw van de stimulusmaatregelen zal aanvatten. Door steeds minder obligaties op te kopen, verdwijnt de grootste koper van 'US govies' (Amerikaanse overheidsobligaties, nvdr.) geleidelijk uit de markt.
Wellicht zal de huidige hoge inflatie ook tot hogere inflatieverwachtingen leiden. De verwachting van toekomstige hogere beleidsrentes zal ook de langetermijnrente hoger duwen, met dus een hogere 'reële rente' (rente gecorrigeerd voor inflatie) als gevolg. In dat scenario wordt de rentecurve in de VS opnieuw wat steiler, wat goed is voor waardeaandelen en financiële bedrijven.