do. 14 apr 2022

Het doek is gevallen over het Waalse Hamon, de fabrikant van industriële koelsystemen, koeltorens en luchtzuiveringssystemen. Ondanks herhaalde kapitaalinjecties vanuit Wallonië, lijkt het er op dat het meer dan 100 jaar oude bedrijf de herstructurering te veel heeft meegemaakt. Dat herstructureren werd door de groep de voorbije paar decennia verheven tot een olympische sport, maar de kruik gaat natuurlijk zolang te water tot ze barst. Met een orderboekje van 302 miljoen euro claimde de zieltogende groep nog een basis voor herstel, maar voor aandeel- en obligatiehouders wordt het een kale reis. De rechtbank zal het dossier op 25 april bekijken. Wat de precieze toestand van de tientallen dochterbedrijven in Europa en landen als de VS, Canada, India, Brazilië, Zuid-Afrika, China, Zuid-Korea en Maleisië is, blijft onduidelijk.
Banken als boosdoener?
De Tijd schrijft vandaag dat Hamon al een tijd in paniekmodus zat, nadat het van de rechtbank in februari tot 11 april gekregen had om een reorganisatieplan voor te leggen. Dat was nodig omdat het jongste herstelplan veel meer zou kosten dan de aangekondigde 7 miljoen euro en dus werd er al bescherming tegen de schuldeisers aangevraagd. De voorbije weken toonden “meerdere investeerders” een “sterke interesse” in één of meerdere activa van Hamon, waaronder de activiteiten rond koolstofafvang en de Franse activiteiten. Ook waren er twee indicatieve biedingen van investeerders voor de beste stukken van de groep. Maar een collectief akkoord met alle belanghebbenden bleef uit, en dus was ook een gerechtelijke reorganisatie onmogelijk.
Met name de banken krijgen een veeg uit de pan, want “zij weigerden bepaalde zekerheden vrij te geven of nieuwe bankgaranties toe te staan die nodig waren om binnengehaalde projecten op te starten”. Maar het parcours van de groep is er eentje waarbij dalen dieper dan de Marianentrog prominent staat. Zo ging de groep rond 2005 al eens bijna ten onder, maar na een grote reddingsoperatie onder leiding van topman Francis Lambilliotte werd de trein weer op de rails gezet. Van de mooie vooruitzichten waar in de ongetwijfeld mooie Powerpoint van werd gesproken, onder meer met projecten rond hernieuwbare energie, kwam niets in huis. Integendeel, de verliezen worden al jarenlang opgestapeld door dalende investeringen in fossiele energie-installaties: grote elektriciteitscentrales worden amper nog gebouwd en ook de petrochemie heeft minder en minder interesse, schrijft De Tijd.
40 miljoen euro tekort
In 2014 werd nog een gat van meer dan 40 miljoen euro ontdekt in de boekhouding. Door verschillende kapitaalrondes werd de controlerende familie Lambilliotte aan de kant geschoven, waarna de Waalse overheid via participatiemaatschappij Sogepa tientallen miljoenen euro's in het bedrijf pompte, bestaande uit verse centen én het verstekken van leningen. Die injecties kwamen er maar door de belofte op nieuwe herstructureringen, die de groep als bij wonder weer op de rails zouden moeten kunnen zetten voor een lange tijd. Het spreekt dus voor zich dat de Waalse overheid met een erg grote kater achter zal blijven, vooral omdat het belang van Sogepa ondertussen opliep tot 63%. Een waardeloos belang, welteverstaan, wat ook het geval is voor de minderheidsaandeelhouders. Volgens de Tijd hadden enkele banken en verzekeraars door een schuldconversie bij een van de reddingsoperaties een aandelenbelang opgebouwd: Monument Assurance Belgium (6,8 %), Patronale Life (5%), ING België (4,4 %), BNP Paribas Fortis (4%) en KBC Bank (3%).
Hamon boekte in 2020 260 miljoen euro omzet en telde toen ruim 1.264 personeelsleden in 23 landen. Het aandeel was sinds oktober vorig jaar geschorst. Op dat moment werd het op 41 miljoen euro gewaardeerd, een fractie van de waarde tijdens de hoogdagen en van wat er de voorbije jaren aan vers kapitaal in was gepompt. Midden september blokletterde de Tijd nog dat de engineeringgroep een diep verlies kon ombuigen in een positief nettoresultaat, maar dan wel dankzij enkele inschikkelijke obligatiehouders. De Waalse overheid, toen met 51% al hoofdaandeelhouder, stopte Hamon 15 miljoen euro toe, terwijl de banken 25 miljoen euro schulden kwijtscholden en Sogepa én de banken elk voor 2 miljoen euro schulden omzetten in aandelen, goed voor een extra injectie van 4,2 miljoen euro. Operationeel stegen de bestellingen met 5,6% naar 108 miljoen euro, dankzij de overname van de Madrileense sectorgenoot Esindus. Maar het verlies bleef, en wel ten belope van 9,7 miljoen euro, omwille van – hoe kan het ook anders – stijgende materiaalkosten.
