wo. 1 sep 2021

De headline-inflatie in de eurozone steeg in augustus tot 3% en bereikte daarmee zijn hoogste niveau in meer dan een decennium. Daarmee volgt de eurozone, niet geheel onverwacht, het hoge Duitse inflatiecijfer (3,4%) dat eerder deze week werd gepubliceerd. Dergelijke cijfers gaan niet ongezien voorbij, zeker niet in Duitsland. De hoogste inflatiecijfers werden echter niet in Duitsland opgetekend, maar wel in Estland (5,0%), Litouwen (4,9%) en … België, met een headline inflatie van 4,7%. In dit opiniestuk deelt KBC-hoofdeconoom Hans De Wachter zijn visie op de hoge inflatiecijfers.
Opstoot van inflatie komt niet onverwacht
Die opstoot van inflatie kwam niet geheel onverwacht. Markten gingen reeds lang uit van een stijging van inflatie in de tweede helft van het jaar. Die viel met 3% wel iets forser uit dan de verwachte 2,7%. Veel grote conclusies hoeft men voorlopig echter niet te trekken uit deze ontwikkelingen.
Naast de economische heropleving en energieprijzen spelen immers belangrijke eenmalige ‘technische factoren’ een rol, die meer zeggen over de economische crisis van 2020 dan over toekomstige evoluties. Een aantal crisismaatregelen uit 2020, zoals de verlaging van de Duitse BTW of het uitstel van de koopjesperiode, spelen nu volop, maar wijzen niet noodzakelijk op een ontsporing van de onderliggende inflatie. De kerninflatie in de eurozone (1,6%) blijft ondanks een forse stijging in augustus al bij al beperkt en beneden de inflatiedoelstelling.
Normalisering inflatie blijft de verwachting
Ondanks een eerste reactie in obligatiemarkten – de 10-jaars Bund steeg tot -0,38% - blijven zowel de financiële markten als een meerderheid van economisten uitgaan van een normalisering van de inflatie.
De narrative van een tijdelijke inflatieopstoot die door de centrale banken in koor in de markt wordt gezet, houdt dus stand, en dit ondanks de sterke stijgingen in inflatie zowel in de VS als in de eurozone. Een sterk staaltje van directe en effectieve communicatie van de centrale banken!
Evenwichtsoefening voor centrale banken
Of centrale banken de stijging van inflatie zullen blijven negeren (de zogenoemde 'look through') is een andere zaak.
De inflatie bevindt zich beduidend boven de inflatiedoelstellingen en centrale banken staan nu voor een moeilijke evenwichtsoefening, waarbij verdere stimulus moet worden afgewogen tegen het risico van een verankering van te hoge inflatie – m.a.w. de gekende vraag over het weghalen van de 'punch bowl'.
De Fed overweegt de aanvang van tapering (afbouw van het obligatie-aankoopprogramma, nvdr.), maar voor de ECB liggen de zaken anders. Het economisch herstel in de eurozone is minder ver gevorderd en de inflatiedruk gematigder. Een 'look through'-houding – zoals ECB Chief Economist Lane suggereert - blijft de waarschijnlijke uitkomst.
Maar dat de hoger dan verwachte inflatie bijkomende munitie verschaft aan de ECB-haviken, bijvoorbeeld voor het verminderen van de PEPP-aankopen (Pandemic Emergency Purchase Programme), valt niet te ontkennen. De beleidsvergaderingen van ECB en Fed later deze maand brengen mogelijk meer duidelijkheid.