vr. 23 sep 2022

In Italië maakt de leidster van de enige oppositiepartij tegen de ontslagnemende regering Draghi de grootste kans om na de parlementsverkiezingen van komende zondag premier te worden. De nieuwe premier wil de houdbaarheid van de Italiaanse overheidsfinanciën niet in gevaar brengen en heeft er dus alle belang bij om het Italiaanse Plan voor Herstel en Veerkracht van Draghi uit te voeren, denkt KBC Economics.
Italië kiest zondag een nieuw parlement. Hiermee komt allicht een einde aan de politieke carrière van huidig premier en voormalig ECB-voorzitter Draghi. Die betrad in februari 2021 het politieke forum, nadat de toenmalige fragiele regeringscoalitie er niet in slaagde om een Plan voor Herstel en Veerkracht in het kader van Next Generation EU op te stellen. Italië dreigde bijna 200 miljard euro (10,8% van het bbp) Europese subsidies en leningen te mislopen, alsook een unieke kans voor broodnodige economische hervormingen. Aan het hoofd van een regering van nationale eenheid – enkel Fratelli d’Italia deed niet mee – kon Draghi dat voorkomen. Met de financiële steun van de EU als lokaas werd een plan met niet minder dan 527 doelstellingen en mijlpalen in de steigers gezet.
Groeitekort
Die hervormingen zijn broodnodig om de overheidsschuld onder controle te houden. Na Griekenland heeft Italië (in procent van het bbp) de hoogste overheidsschuld in de eurozone: 152,6% van het bbp in het eerste kwartaal van 2022. Zoals in nagenoeg alle landen, zorgde de coronacrisis voor een forse toename van de overheidsschuld. Inmiddels blijkt dat de Italiaanse economie al bij al redelijk goed door de coronacrisis is gekomen. Het reële bbp lag in het tweede kwartaal van 2022 1,1% hoger dan vóór de pandemie. Dat is een iets zwakker herstel dan in België, maar vergelijkbaar met Frankrijk en Portugal, en beduidend beter dan in Spanje en zelfs Duitsland.
Het relatief krachtige groeiherstel na de coronacrisis is evenwel maar een magere troost in het licht van de ondermaatse groei van de Italiaanse economie sinds de eeuwwisseling. Reeds in het eerste decennium bleef die achter bij die in veel andere Europese landen. In het vorige decennium is de achterstand nog toegenomen. Bij het uitbreken van de pandemie begin 2020 was de economie nog steeds niet teruggekeerd naar het niveau van begin 2008, net vóór de financiële crisis. Die structureel zwakke economische groei is de achilleshiel van de Italiaanse overheidsfinanciën, temeer daar de Italiaanse economie vandaag bijzonder kwetsbaar is door de energiecrisis.
Sneeuwbaleffect
In nagenoeg alle verschillende Europese landen is de schuldratio in de jaren voor pandemie tamelijk sterk gedaald, maar nauwelijks in Italië. Enkel Frankrijk deed het slechter met zelfs nog een stijging.
Dat onderstreept de noodzaak om het groeipotentieel van de Italiaanse economie te versterken. De verdere uitvoering van het Plan voor Herstel en Veerkracht kan daarbij helpen. Daarvan is volgens het scorebord van de Europese Commissie slechts 10% gerealiseerd. Wanneer de leidster van de enige oppositiepartij premier wordt - volgens de opiniepeilingen is die kans groot - heeft ze er alle belang bij om het plan verder uit te voeren, althans wanneer ze de houdbaarheid van de overheidsfinanciën niet in gevaar wil brengen. De omvangrijke financiële EU-steun (ruim 70% is nog niet uitgekeerd) kan daarvoor een krachtige incentive zijn, net als het feit dat de ECB de inzet van haar nieuwe Transmission Protection Instrument onder meer afhankelijk heeft gemaakt van het nakomen door de betrokken lidstaat van de engagementen in het herstelplan.