di. 6 jun 2023

- Na stevige winst van vorige week vrijdag zat er gisteren geen jus meer in de benen. Op Wall Street ging de Dow Jones 0,6% lager en bij de S&P500 ging er 0,2% af. De Nasdaq trappelde nagenoeg ter plaatse. Hetzelfde plaatje in Europa waar de Stoxx600 er 0,5% bij inschoot. Met alleen de Amerikaanse services ISM op de macro-kalender was het zoeken naar houvast. Er werd wel verder geknaagd op het banenrapport van eind vorige week. De aanhoudende kracht van de arbeidsmarkt suggereert dat het voorbarig lijkt om uit te gaan van een recessie. De consumentenvraag zou immers wel eens langer sterker kunnen blijven dan nodig is voor de inflatie om snel terug te keren naar het gewenste niveau van de centrale banken.
- Voor het EU-parlement herhaalde ECB-voorzitter Lagarde alvast dat er geen duidelijk bewijs is dat de onderliggende inflatie haar hoogtepunt bereikte, zelfs nu de effecten van het ECB-beleid voelbaar beginnen te worden. Geen verrassing dus als bij een volgende monetaire vergadering nog eens op de rem wordt geduwd. De Reserve Bank of Australia verrasste vanmorgen wel met een onverwachte verhoging van de rente met 25 basispunten naar 4,1%. Het is de 112e keer dat de bank de rente heeft verhoogd in het afgelopen jaar.
- Ondertussen blijft het jongleren met de verwachtingen over een rentepauze door de Fed. Voorstanders van zo’n scenario kregen gisteren alvast extra munitie met de ISM Services PMI die daalde van 51,9 in april naar 50,3 in mei 2023. Een en ander wijst op de vijfde opeenvolgende maand van expansie in de dienstensector, maar wel de traagste in de huidige reeks. De cijfers kwamen bovendien lager uit dan de verwachting. Momenteel houdt 80% van de analisten rekening met een rentepauze bij de volgende bijeenkomst, een forse stijging ten opzichte van de 36% een week eerder.
Geen rentezorgen op de beurs van Japan waar de Nikkei-index duidelijk de smaak te pakken heeft op de hoogste niveaus in 33 jaar. Er zat zo’n 0,4% winst in. Meer twijfel was er in de rest van Azië, met de MSCI Asia Pacific die nagenoeg ter plaatse trappelde. De Chinese beurs (+0,1%) wist wat garen te spinnen uit de verwachting dat er steunmaatregelen op stapel staan. Voor de olieprijs lijkt het even genoeg te zijn geweest. De shot in de arm van de productieverlaging door Saudi-Arabië was snel uitgewerkt door de vrees dat de impact ervan teniet zal worden gedaan door de wereldwijde economische groeivertraging. De prijs voor een vat Brent liet 27 dollarcent liggen tot 76,44 dollar en de WTI 33 dollarcent tot 71,82 dollar.
Voor richting moeten de markten vandaag trouwens niet rekenen op de macro-kalender, met enkel de huishouduitgaven in Japan (met een daling van 4,4% kwamen die trouwens lager uit dan verwacht) en de kleinhandelsverkopen in de EU die eventueel voor wat kruiding kunnen zorgen. Ook de resultatenkalender plande vandaag duidelijk een snipperdag in.