di. 3 jun 2025
9:30

- Veel beweging zat er gisteren niet in de aandelenmarkten, want Europa sloot ongeïnteresseerd 0,13% lager, met een verlies van 0,2% voor Frankrijk en 0,5% voor Nederland. De BEL20 blonk wél uit met een winst van 0,11%, en was daarmee één van de weinige ‘toppers van de dag’. Op Wall Street gingen de indexen wel hoger, al bleven de winsten al bij al beperkt. De rode draad werd geweven voor beleggers die optimistisch blijven over de handelsbesprekingen tussen de VS en de handelspartners, ondanks enkele nieuwe salvo’s van president Trump inzake de importtarieven op staal en aluminium (van 25% naar 50%, vanaf woensdag, weet u nog wel)
- De Aziatische aandelenmarkten herstelden ietwat van een zwakke dag gisteren. De winst voor de Chinese beurzen bedroeg zo’n 0,5%, met 1,1% winst voor de technologiezware beurs van Hongkong, en dat ondanks hernieuwde handelsspanningen met de VS. Beijing lachte de beschuldiging van president Trump immers weg en zei dat de tijdelijke handelsovereenkomst niet werd geschonden, maar dreigde wel met vergeldingsmaatregelen indien nodig. Maar dat werd blijkbaar voldoende gecompenseerd door de hoop dat beide grootmachten deze week “een telefoongesprek” zouden voeren om de handelskwesties te bespreken.
- Voor beleggers lijken de verse Amerikaanse tariefsalvo’s van de voorbije dagen geen schermutseling, maar een laatste rondje spierballengerol en opgevoerde retoriek tegen China en de EU, wat de onderhandelingen naar de eindstreep te brengen. De winst voor de Amerikaanse staalbedrijven viel dan ook op: Cleveland-Cliffs +23%, Nucor +10% en Steel Dynamics +11%. Maar autobouwers hadden het wél lastig, met ei zo na 4% verlies voor Ford en General Motors.
- Niet zo voor Amerikaanse energieaandelen, want de OPEC+ hield de productieverhogingen in juli op hetzelfde niveau als de voorgaande twee maanden, terwijl vorige week de vrees ontstond voor een extra verhoging. De prijs voor een vat Brent-olie steeg daarom tot 64,8 dollar. Onder de technologieaandelen steeg Nvidia met 1,7% en Meta met 3,6%, terwijl Tesla alweer werd afgerekend (-1,1%) op lagere maandelijkse verkopen, dit keer in Portugal, Denemarken en Zweden.
- Nóg belangrijker waren de cijfers over de Chinese productieactiviteit. Die wezen op een onverwachte krimp, omdat de nieuwe exportorders meer terugvielen dan verwacht door de aanhoudende impact van de Amerikaanse invoerheffingen. De Caixin China General Manufacturing PMI-index daalde van 50,4 punten in april naar 48,3 in mei, terwijl op een toename naar 50,6 punten werd gemikt.
- Het gaat om de eerste krimp in acht maanden én de sterkste daling sinds september 2022, waarbij het aantal nieuwe orders het scherpst daalde sinds 2022. Wel daalde de inputkosten voor de derde maand op rij, dankzij lagere energie- en grondstofprijzen, terwijl de afzetprijzen al een zesde maand op rij inzakten door hevige concurrentie. Goed voor de consument, maar minder voor de producent, al steeg het ondernemerssentiment dankzij de hoop op een deal met de VS.
- De koperprijs daalde vannacht meer dan 2% tot ongeveer 4,70 dollar per pond, omwille van de zwakker dan verwachte economische data uit China, 's werelds grootste afnemer van het metaal. Maar wat ook meespeelt is de forse stijging van gisteren (+5%), wat werd aangedreven door de angst dat koper het volgende doelwit zou kunnen zijn in de escalerende handelsspanningen. President Trump dreigde er vorige week vrijdag immers mee om de invoerrechten op staal en aluminium te verdubbelen naar 50%, samen met een lopend Amerikaans onderzoek naar de invoer van koper.
- Op de obligatiemarkten daalde de rente op Japanse 10-jaarsobligaties om zo een eerdere stijging ongedaan te maken. Ontspanning, dus, nadat de resultaten van een veiling van obligaties de hoogste vraag sinds april vorig jaar uitlokten. En net een gebrek aan vraag duwde de Japanse rente recent fors hoger. Maar niet zo gisteren, dus, want de 10-jaarsrente daalde met 3 basispunten naar 1,475%, zodat de Japanse yen ietwat verdapperde ten opzichte van de Amerikaanse dollar ($1 = 139,17 JPY).
- In de VS daalde de dollar tegenover de euro (€1 = $1,1423), ook al bleef de 10- en 2-jaarsrente stabiel op 4,43% en 3,93%. En voor wat het rentepad van de Federal Reserve betreft, daar blijven beleggers minstens twee verlagingen van 25 basispunten tegen het einde van het jaar als mogelijk zien. Stabiel, dus, ten opzichte van vorige week en maand.
- De economische kalender is redelijk kort, maar extra potent. Zo geeft de VS onder meer zijn JOLTS-arbeidsmarktrapport vrij, waarin het aantal nieuwe jobs in april worden becijferd. Verder volgt het finale cijfer van de bestellingen voor duurzame goederen uit april, maar ook de fabrieksbestellingen uit april. Daar zet Europa inflatiecijfers. En de evolutie van de consumentenprijzen in mei zou alweer mee moeten vallen, maar eigenlijk weet je dat nooit helemaal zeker tot de cijfers er zijn. Tot slot kijken we uit naar de werkloosheidsdata over april voor Europa, Italië en België.
- Bedrijfsresultaten komen er onder meer van Crowdstrike, Dollar General, HP en de Britse Pennon Group.