vr. 16 mei 2025
9:30

- Het waren voor de verandering eens de Europese aandelen die het mooie weer maakten. De Euro Stoxx 600 trok 0,65% hoger, gegangmaakt door nuts- en farmabedrijven, consumentengoederen en industrials. Een mix van cyclische aandelen en afgestrafte sectoren, zonder ruggensteun van bruikbaar nieuws. Een lichte rentedaling overheen de Amerikaanse en Duitse curve leverde wel wat zuurstof aan, maar dat was niet van die aard dat de turbo op risico-activa kon worden gezet.
- Ook op Wall Street was er van pessimisme geen sprake, al bleven de winsten erg beperkt. De S&P500 0,4% hoger af, terwijl de Nasdaq 0,2% lager afklokte. Ook hier werd dus geweifeld en getwijfeld, gewikt en gewogen en daarbovenop ook nog eens nagedacht en getobt. En dat was niet anders in Azië, waar de aandelen vannacht een sterke week afsloten op een zwakkere noot. Er was verlies in China en Hongkong (-0,9%), China (-0,6%) en India (-0,25%), tegenover lichte winst voor Japan, Zuid-Korea en Taiwan.
- De vrolijke sfeer van de voorbije dagen en weken kwam wat onder druk te staan door hernieuwde spanningen tussen de technologiesector in de VS en China. De VS zou meer Chinese bedrijven, waaronder ChangXin Memory, op de “beperkte exportlijst” willen zetten, naast dochterondernemingen van Semiconductor Manufacturing International Corporation en Yangtze Memory Technologies. Ook woog een teleurstellend winstrapport van e-commerce gigant Alibaba (-6,5%) op het sentiment, want “Baba” draaide vorig kwartaal minder omzet dan verwacht.
- Iedereen zoekt dus naar tarifaire duidelijkheid, en dat bij een stabiele Amerikaanse dollar (€1 = $1,1202) tegenover de euro. Elders op de wisselmarkt verloor de dollar wel terrein tegenover velige valuta’s zoals de Japanse yen en de Zwitserse frank.
- De olieprijzen stabiliseerden nadat ze vannacht 2% lager doken op het nieuws dat er mogelijk een nucleaire deal tussen de VS en Iran beklonken zou zijn, maar dat verlies hield niet echt stand. De prijs voor een vat Brent-olie bedraagt nu 64,6 dollar, zowat 1% hoger op weekbasis omdat de wereldwijde economische vooruitzichten een duw in de rug kregen van de Amerikaanse/Chinese ‘buddy agreement’.
- Het Japanse bbp kromp in het eerste kwartaal met 0,2% op kwartaalbasis, na 0,6% groei in het vierde kwartaal. De eerste kwartaalkrimp in een jaar reflecteert natuurlijk de impact van het Amerikaanse handelsbeleid, of tenminste al de zorgen daaromtrent, en de blijvend zwakke vraag van handelspartner China. De particuliere consumptie stagneerde, terwijl de export voor het eerst sinds begin 2024 daalde (-0,6% vs. 1,7% in het vierde kwartaal). Alles bij elkaar kromp de economie op jaarbasis met 0,7%, terwijl op -0,2% werd gemikt en de teller in het vierde kwartaal nog op +2,4% afklokte. En dan moet de volle impact van het Trumpiaanse handelsbeleid nog komen, vergeet u dat niet.
- Het wordt leuk qua economisch nieuws. We kijken immers uit naar de VS, alwaar de sentimentsindicatoren én de inflatieverwachtingen van de universiteit van Michigan gepubliceerd worden. En net zoals voor de Fed dienstenindex van de bank van New York hebben die betrekking op mei.
- Verder publiceerde Japan al BBP-cijfers, inclusief de bijhorende capaciteitsbenutting, komt Europa met een inzicht in de handelsbalans en dirkt Polen inflatiecijfers op de consumentensector over april. En wie echt weten wil wat er zoal bedisseld wordt in Straatsburg, die raden we aan om uit te kijken naar economische lentevooruitzichten van de Europese Commissie.
- Bedrijfsresultaten komen er van Copart, Richemont, Land Securities, Swiss Re en Exmar.