vr. 9 mei 2025

Gisteren werd opnieuw een dag waarop zowat alle grote aandelenbeurzen winst konden boeken, met dit keer de belofte van de president Trump om een eerste (beperkt) handelsakkoord af te dwingen naar aanleiding van de tarievenoorlog. Laat op de dag omcirkelde witte rook het Witte Huis, gevolgd door eenzelfde witgekleurde wolk op het Sint-Pietersplein.
De Europese beurzen trokken gemiddeld 0,5% hoger, net zoals de S&P500 dat deed. Amerikaanse big tech bedrijven kenden nog eens een topdag met 1% winst, al werd dat elan niet overgezet naar de Aziatische tegenhangers. De Hang Seng Tech index liet 1,6% liggen, ondanks Taiwan er vlot 1,6% bijkreeg en de Japanse Nikkei 1,6% aansterkte. Hier spelen wisselkoersbeweging een belangrijk rol, want de handel in Japan werd gesteund door de stijging van de dollar ten opzichte van de yen, volgend op de Britse handelsovereenkomst.
Ondertussen steeg de Bitcoin naar het hoogste peil sinds januari (102.620 dollar) en dat is best opvallend. De prijzen van de “veilige havens” stonden overal namelijk wat onder druk, inclusief de goudprijs. Die laatste daalden met 0,7% naar 3.341 dollar per ounce. De olieprijs steeg gisteren meer dan 3% tot 63,2 dollar per Brent-vat, terwijl de Europese gasprijzen 1% hoger afklokten op 35,68 euro per MWh.
Beleggers mogen zich dan wel de haren uit het hoofd gekrabd hebben over de tariefoorlog, maar nu tonen ze zich tevreden dat het Witte Huis effectief iets gerealiseerd krijgt. Een ‘echte uitgewerkte’ handelsdeal kan je de handdruk wel niet noemen, en daarbovenop kon het basistarief van 10% dat Trump tot nu toe aan alle landen heeft opgelegd niet weg worden onderhandeld. Maar goed, het nieuws was voldoende om de hoop op meer van dit soort deals aan te wakkeren. Anderzijds is het evenmin blauwdruk voor de uitkomst van de Chinees-Amerikaanse handelsbesprekingen die morgen in Zwitserland plaatsvinden. En voor de rest, want volgens sommige bronnen in het Witte Huis wordt er gepraat met niet minder dan 70, misschien wel 90, landen.
Eén en ander vertaalt zich in een lagere recessiekans, wat de dollar opnieuw wat extra zuurstof gaf (€1 = $ 1,1225) en de kans op renteverlagingen door de Fed op korte termijn deed uitdoven. De Amerikaanse 10-jaarsrente trok een forse 10 basispunten hoger tot 4,37%, terwijl de 2-jaarsrente er 11 punten bijkreeg tot 3,87%. In Duitsland stegen de respectievelijke teller met 4 en 6 basispunten.
Elders in de wereld blijven centrale banken wel monetaire zuurstof in het systeem pompen. Denk aan de algemeen verwachte renteverlaging met 25 basispunten tot 4,25% door de Bank of England. In die context herhaalde gouverneur Bailey de noodzaak van een geleidelijke en voorzichtige aanpak met de woorden: “de afgelopen weken hebben laten zien hoe onvoorspelbaar de wereldeconomie kan zijn”. Daarnaast lieten ook Zweden en Noorwegen doorschemeren dat ze hun rente later in het jaar zouden kunnen verlagen, gezien de huidige wereldwijde onzekerheid.
De economische kalender omvat een pak data, al zijn die niet bepaald zwaarwichtig. Zo houden de Canadese werkloosheid en Japanse verloningsdata de markt wat onledig, net zoals de Italiaanse industriële productie dat zal doen. Iets interessanter, voor het Europese rentebeleid tenminste, zijn inflatiecijfers uit Hongarije en Noorwegen, en die worden geflankeerd door speeches van Bailey en Pill (BoE) en van Goolsbee, Williams, Kugler en Barr (Fed)
Bedrijfsresultaten krijgen we onder meer van Banca Generali, Bavarian Nordic, Bechtle, Cellnex Telecom, EDP Renovaveis, EDP, ICA, Mediobanca, NKT, Orkla, Sonova Holding, bpost en Proximus.