Net voor de beurs in de VS de deuren opent, blikken we even terug op hoe de Amerikaanse beursindexen de vorige handelsdag presteerden.

De inspanningen van de Chinese overheid om de economie een duwtje in de rug te geven, bleven ook niet zonder gevolg op Wall Street waar de Dow Jones (+0,6%), de S&P500 (+1,07%) en de Nasdaq (+1,7%) de dag met winst afsloten. Toen in het VK de brexit-deal van May werd verworpen, verzuurde het sentiment even, maar de beslissing werd al vrij snel opnieuw onder de mat geschoven. Op de obligatiemarkten stabiliseerde de Amerikaanse 10-jaarsrente op 2,71%.

Met uitzondering van de cyclische grondstoffenwaarden (-0,6%) en de industrials (-0,3%) kleurde de S&P500 op sectorniveau volledig in het groen. Het meest uitgesproken was de winst voor de sector Communication Services (+1,7%), met dank aan Netflix (+6,5%) dat aankondigde dat de abonnementsgelden in de VS worden opgetrokken.

Terwijl de cijfers van Citigroup nog een portie gemengd bleken, waren die van JP Morgan Chase een tegenvaller. Tegenvallende prestaties van de obligatiehandel overstemden de positieve effecten van de hogere rentes en de leningengroei. Een negatieve verrassing was ook de stijging van de provisies voor probleemleningen, terwijl ook de fondsen- en vermogensbeheerdivisie niet konden overtuigen. Met een winst van 1,98 dollar per aandeel kon de groep voor het eerst in tien kwartalen de verwachtingen niet inlossen. Na de fors lagere opening gingen de aandelen bij de slotbel uiteindelijk wel nog 0,7% hoger. Dat was niet het geval voor Wells Fargo (-1,5%) dat met een groter dan verwachte daling van de inkomsten teleurstelde.

Beter nieuws bij verzekeraar United Health Group (+3,6%): die ging wel over de lat en zag de omzet met 12% aandikken tot 58,01 miljard dollar. Daarop werd 3,28 dollar verdiend, terwijl slechts op 3,21 dollar was gerekend.