Net voor de beurs in de VS de deuren opent, blikken we even terug op hoe de Amerikaanse beursindexen de vorige handelsdag presteerden.

Wall Street herpakte zich gisteren met 0,7% winst voor de Dow Jones, 0,2% voor de S&P500 en een status quo voor de Nasdaq (+0,08%), dankzij een portie beter dan verwachte kwartaalcijfers. Maar economische zorgen gaven tegengas, want volgens een adviseur van het Witte Huis kan de shutdown de Amerikaanse groei in het eerste kwartaal tot stilstand brengen.

De kwartaalcijfertrein had onder meer cijfers van P&G (+4,5%) aan boord, die beter dan verwacht waren en bovendien ruimte lieten om de verwachtingen voor het volledige boekjaar te verhogen. De groep profiteerde van prijsstijgingen en de sterke vraag naar premiumproducten waarop hogere marges worden gerealiseerd. Ook Comcast (+4%) deed beter dan verwacht. De daling van het aantal kabelklanten was kleiner dan gevreesd, terwijl de televisiediensten en themaparken een sterkere groei lieten zien.

In de technologiesector verzilverde IBM (+8,5%) zijn sterk kwartaalrapport. De groep ging niet alleen boven de lat in de laatste drie maanden van het jaar, maar verhoogde ook de verwachtingen voor het huidige boekjaar. Texas Instruments (-1,1%) deed slechter dan verwacht op omzetniveau, maar klopte de winstverwachting van analisten. Na de sombere berichten in de sector werd voor erger gevreesd.

Ford (-0,2%) keek in het vierde kwartaal tegen verliescijfers aan. In alle regio’s waar de groep actief is werden rode cijfers opgetekend, behalve in Noord-Amerika. Het groepsverlies kwam uit op 116 miljoen dollar, tegenover een winst van 2,5 miljard een jaar eerder. Begin deze maand pakte de groep ook al uit met sombere vooruitzichten, in tegenstelling tot land- en sectorgenoot GM die met beter dan verwachte prognoses uitpakte.