di. 22 feb 2022

Gisteren werd de PMI-sentimentsindicator voor diensten en goederen gepubliceerd. PMI staat voor purchasing managers’ index en geeft weer hoe inkoopmanagers over de toekomst van hun branche denken. Het Europese PMI-bedrijfsvertrouwen steeg in februari alvast van 52.3 tot 55.8, het hoogste niveau sinds augustus vorig jaar. De toename kwam quasi uitsluitend op het conto van een onverwacht sterk herstel in de binnenlandse diensten-PMI, van 51.1 tot 55.8. Het vertrouwen in de exportgerichte verwerkende nijverheid stabiliseerde op een hoog niveau (58.4 van 58.7), weet financieel econoom Tom Simonts.
Februaricijfers
De maandelijkse PMI-enquête bij aankoopdirecteurs blijft de beste barometer voor het onderliggende economische momentum. De februaricijfers zijn een uiting van het opheffen van verschillende COVID-19-restricties. Die hadden eerder een negatieve impact op de cijfers van december en januari. De productie nam vooral in de dienstensector sterk toe. In de maakindustrie was het groeitempo minder sterk, maar toonden de details een hogere vraag in combinatie met minder problemen in de internationale toevoerkettingen.
Een subindicator die de doorlooptijd meet, zakte tot het laagste niveau sinds januari 2021. De werkachterstand loopt op. De nieuwe bestellingen stroomden in beide sectoren binnen en vormen een goed uitgangspunt voor de productie de volgende maanden. De outputverwachtingen (+6 maand) noteerden aan het hoogste niveau sinds juni. Tewerkstelling steeg logischerwijs om de productie bij te benen/in te halen en maakte vooral in de verwerkende nijverheid een stevige inhaalbeweging.
Wijzigende dynamiek
De prijsdruk blijft bijzonder hoog, maar vertoont een wijzigende dynamiek. De vlottere aanboddoorstroom verlaagt de prijsdruk op grondstoffen. Bedrijven worden nu vooral geconfronteerd met een duurde energierekening en een stijgende loonmassa. Bovendien vertaalt die productiekost zich in de sterkste toename in verkoopprijzen uit de geschiedenis van de PMI-enquête.
Noodzaak tot beleidsnormalisatie
De combinatie van een versnellende groeidynamiek en blijvend hoge inflatie onderstrepen de noodzaak tot beleidsnormalisatie door de ECB, meent financieel econoom Tom Simonts. Vooral omwille van het groeiende aandeel van loonstijgingen in de inflatiedynamiek. De officiële koerswijziging komt er op de volgende vergadering van 10 maart. Voor het zover is, krijgen we op 2 maart nog inflatiecijfers voor de maand februari voorgeschoteld.
