ma. 11 aug 2025

Het resultatenseizoen voor het tweede kwartaal van 2025 voor de EURO STOXX 600 (twee derde van de bedrijven heeft inmiddels gerapporteerd) toont een gemengd beeld per sector. De totale omzet daalde met 2,0% op jaarbasis, terwijl de winst met 3,3% steeg.
De koersreacties na de resultaten waren fors: de markt lijkt winstverrassingen minder te belonen dan tegenvallers te bestraffen, waardoor dit seizoen duidelijk werd gekenmerkt door sterke intraday-schommelingen. Richting 2026 wordt een winstgroei in de lage dubbele cijfers verwacht. Voor nu is het positief dat de winstherzieningen zich herstellen van zware neerwaartse bijstellingen voorafgaand aan en tijdens het seizoen. Ter herinnering: valuta-effecten (FX) blijven de belangrijkste oorzaak van het verschil in nettowinstgroei tussen de EU en de VS.
Sectorprestaties in het tweede kwartaal:
- Materialen: sterke winstgevendheid met een +17,6% winstgroei ondanks een -4,5% omzetdaling, al lag de winst 11,1% onder de consensus.
- Industrie: winst steeg met +6,6% op een omzetgroei van +3,2%, met een 3,0% winstverrassing. Defensiebedrijven waren de duidelijke groeimotor.
- Consumentengoederen (stapel): +3,1% winstgroei op +0,3% omzet, met een bescheiden 3,3% beat, wat hun defensieve stabiliteit onderstreept.
- Technologie: sprong eruit met +56,3% winstgroei op een omzetstijging van 4,1%, en een +5,9% EPS beat, wat aangeeft dat de verwachtingen al hoog waren, vooral in de halfgeleidersector.
- Gezondheidszorg: winstgroei van +14,6% bij een omzetgroei van +4,0% en een solide +4,9% EPS beat. De positieve verrassing kwam vooral van biotech, niet van grote farmabedrijven.
- Consumentengoederen (discretionair) en energie bleven achter. Energie werd getroffen door zwakte in olie & gas, terwijl de consument tekenen van "luxemoeheid" vertoonde.
Samenvattend:
Het seizoen toont een brede veerkracht in de winstcijfers ondanks een daling in de omzet. De winstgroei per aandeel (EPS) lag hoger dan de consensusverwachting (die uitging van geen groei). Valuta-effecten waren een grote rem voor exportgerichte EU-bedrijven, gezien de zwakke dollar.