di. 21 apr 2020

De olieprijs is gisteren voor het eerst onder het nulpunt gezakt. Maar hoe moet u die daling precies interpreteren? Sectoranalist Steven Vermander (KBC Asset Management) zorgt voor duiding.
WTI is geen Brent
In de eerst plaats moet men een onderscheid maken tussen de WTI, de olie die in de VS als benchmark wordt gebruikt en de Brent, die in Europa als benchmark wordt gebruikt. Het is enkel de WTI die een negatieve prijs vertoont.
Daarnaast is het belangrijk om te weten dat de WTI-prijs verschillende future-contracten heeft, met verschillende prijzen. Voor elke maand geldt een prijs en enkel het meest recente contract, dat van mei, handelt tegen een negatieve prijs (gisteren tot bijna -40 USD). Het contract van de maand daarop handelt rond de 20 USD, en de daaropvolgende maanden gaat de prijs telkens hoger. Het contract voor eind 2021 handelt rond de 35 USD. De markt verwacht dus dat deze ongezien lage prijzen tijdelijk zijn.
Hoe komt het dat het contract van mei tegen een negatieve prijs handelt?
Dat heeft alles te maken met de ongeziene vraaguitval door de maatregelen om het coronavirus in te dijken. Terwijl de olieconsumptie met een ongeziene hoeveelheid daalt, blijven de olieproducenten teveel olie oppompen. Hierdoor moet de overtollige olie worden opgeslagen, maar de opslagcapaciteit is beperkt.
De WTI-olie wordt verhandeld en opgeslagen in Cushing, een stad in de Amerikaanse staat Oklahoma. De voorraadcapaciteit zit echter dicht tegen zijn limiet. Wanneer het future-contract in mei afloopt, moet de fysieke olie normaal gezien afgenomen en opgeslagen worden, maar dat is uiteraard een probleem als er geen opslagcapaciteit is. Daarom willen een aantal traders koste wat het kost van hun mei future-contracten af en zijn ze zelfs bereid om te betalen om ervan af te geraken.
De visie van KBC Asset Management
Het is volgens onze analist dus belangrijk om te weten dat er niet één olieprijs is: er zijn verschillende benchmarks en verschillende contracten, naargelang van de termijn. De meeste contracten handelen absoluut niet in negatief terrein, maar het WTI-geval van gisteren illustreert wel de enorme problemen die de oliemarkt momenteel ondervindt.
KBC AM herhaalt dat de huidige lage prijzen op langere termijn onhoudbaar zijn, maar dat de olieprijzen op korte termijn onder enorme druk zullen blijven staan.
Producenten moet drastisch in hun productie snijden om te voorkomen dat ook bijv. het recentste contract voor Brent-olie (momenteel 22 USD en belangrijk voor de grote Europese oliebedrijven) niet negatief gaat handelen. De opslagcapaciteit voor Brent is dan misschien wel groter dan voor WTI, maar ook niet oneindig, terwijl de productiebeperkingen toch nog altijd zwaar onvoldoende zijn.
Dat haalde KBC AM ook al eerder aan, toen de OPEC+ ongeziene productiebeperkingen aankondigde (lees ook: Deal tussen OPEC en Rusland heeft nauwelijks impact op olieprijs). In historisch perspectief was de aangekondigde reductie van bijna 10 miljoen vaten ongezien, maar de realiteit is dat de beperking onvoldoende is en dat - als er geen grotere vrijwillige productiebeperkingen volgen - de markt dit voor hen zal beslissen. Wat gisteren ook gebeurde.