di. 17 okt 2023

Umicore noteert dik 15% hoger momenteel en ziet de marktwaarde zo stevig aandikken. Dat is logisch, want via een handvol nieuwsberichten weet de groep een deel van de vrees over de financiering van de giganteske plannen inzake batterijmaterialen weg te nemen. Umicore werkte dus onder de radar naarstig verder aan zowel subsidies, groei als aan het orderboek. Verder geeft het persbericht zekerheid op technologisch vlak, met name met betrekking tot de markt van de CAM-materialen, en dat in het licht van ‘solid-state’ of kobaltloze batterijen. Opluchting staat centraal. Financieel-econoom Tom Simonts geeft meer duiding bij de persberichten.

Canadese fabriek in de steigers
Om te beginnen werd gemeld dat de investering in een Canadese pCAM/CAM-fabriek met een capaciteit van 35 GWh groen licht krijgt. De werkzaamheden zijn al aan de gang en de bouw op het 141 hectare grote terrein zal naar verwachting later dit jaar van start gaan. De ingebruikname wordt verwacht tegen eind 2025 met een opstart van de productie in 2026.
Umicore verklaarde dat de bruto-investeringsuitgaven voor de fabriek 1,27 miljard euro zullen bedragen, waarvoor 0,58 miljard euro financiële steun werd verkregen van de regeringen van Canada en Ontario in de vorm van niet-terugbetaalbaar kapitaalkostensubsidies. Daardoor zullen de netto-investeringen verminderen van een eerder 1,5 miljard euro naar 0,69 miljard euro.
De investeringsbeslissing voor de 35 GWh-centrale is de eerste fase van een potentieel groter geheel, waarbij een 2de fase zou kunnen neerkomen op een bijkomende investering van 500 miljoen euro tegen het einde van het decennium. Daarvoor zou Umicore bijkomend tot 100 miljoen euro subsidies in de wacht kunnen slepen en nog eens 100 miljoen euro aan bijkomende belastingkredieten.
Contract met Nissan-moeder
Umicore kondigde ook aan een bevoorradingsovereenkomst voor tien jaar te hebben getekend met AESC, met een jaarlijkse afname van 50 GWh tegen het einde van het decennium. AESC wordt voor 51% gecontroleerd wordt door de Japanse autobouwer Nissan en is dus een hele belangrijke wereldspeler. Die zal vanaf 2026 bevoorraad worden vanuit het Koreaanse Cheonan, waarna de bevoorrading vanuit de Loyalist-fabriek opgedreven zal worden.

Orderboek richting 400GWh
Ook qua bestellingen werd er een update gegeven. Via de “2030 RISE”-strategie bij Battery Materials werd het orderboek opgekrikt tot 190 GWh aan CAM-volumes (cathode active battery materials) voor 2027 en 270 GWh voor 2030. Die omvang bedraagt ongeveer 68% van de ambitie om 400 GWh aan volumes te bereiken.
Het orderboek voor alle projecten in Europa en Noord-Amerika bevat belangrijke “verdedigingsmechanismen”, waaronder een ‘take-or-pay’ (contract waarbij de klant de goederen moet afnemen of een vergoeding dient te betalen), doorberekening van metaalprijzen en vaste prijzen en lange looptijden van gemiddeld 8 jaar. En ook is het orderboek “ruim gediversifieerd over verschillende batterij- en autofabrikanten in Azië, Europa en Noord-Amerika”.
25% EBITDA marge en bescheiden schuldgraad
Dat alles moet een EBITDA-marge van minstens 25% opleveren vanaf 2026 voor alle projecten in de RBM-activiteit (Rechargeable Battery Materials). Dankzij de aanzienlijke ontvangen subsidies en het toegenomen vertrouwen in de regresvrije schuld van de IONWAY joint-venture, zouden de netto investeringen tussen 2022 en 2026 rond 3,8 miljard euro moeten uitkomen. Dat is een pak minder dan de eerder in de markt gezette 5 miljard euro, met jaarlijkse netto investeringen die rond 800 miljoen euro moeten schommelen tot en met 2027.
Tussen 2022 en 2026 werd jaarlijks gemiddeld 800 miljoen euro geïnvesteerd en dat zal in 2027 aanhouden. Zo’n cijfer is lager dan eerder gemeld, dankzij hoger-dan-verwachte subsidies, extra schuld, betere capaciteitsbenutting en een geoptimaliseerd 'upstream'-model.